23 februari 2006

Luctor et emergo

21 februari 2006

Jij in mij, ik in Jou.

Veel te laat heb ik jou liefgekregen,
schoonheid wat ben je oud, wat ben je nieuw.
Veel te laat heb ik jou liefgekregen.

Binnen in mij was je, ik was buiten,
en ik zocht jou als een ziende blinde
buiten mij, en uitgestort als water
liep ik van jou weg en liep verloren
tussen zoveel schoonheid die niet jij is.

Toen heb jij geroepen en geschreeuwd,
door mijn doofheid ben jij heengebroken.
Oogverblindend ben jij opgedaagd
om mijn blindheid op de vlucht te jagen.
Geuren deed jij en ik haalde adem,
nog snak ik naar adem en naar jou.

Proeven deed ik jou en sindsdien dorst ik,
honger ik naar jou. Mij, lichtgeraakte,
heb jij doen ontbranden. En nu brand ik
lichterlaaie naar jou toe, om vrede.

(naar een gebed van Augustinus, verwoord door Huub Oosterhuis)


20 februari 2006

Het kleine meidje

18 februari 2006

Onrustig op weg naar overgave

16 februari 2006

Geworteld zijn

15 februari 2006

Verlangen naar buiten te komen

14 februari 2006

Overgave gevraagd aan de innerlijke weg

12 februari 2006

Vogelvrij

11 februari 2006

Innerlijke volheid
Het zingt in mij
Twee schildering met de encaustic art-techniek

Encausting betekent inbranden en deze techniek werd al voor onze jaartelling gebruikt.Gekleurde bijenwas wordt verwarmd door een strijkijzertje op speciaal fotopapier. De was vloeit uiteen en er ontstaan mooie beelden. De twee schilderingen horen bij elkaar. De ei-vormige die ik het eerste maakte, is een schildering waarin 'Innerlijke volheid' te zien is en al werkend voelde ik dat er iets 'geboren' wilde worden. Zie het rood in de schildering. Door een tweede schildering te maken kon ik voelen dat mijn verlangen zich kenbaar maakte: 'Het zingt in mij'.

10 februari 2006

Vanaf den beginne ingebed in U (ps. 139)
Open huis
Mandala's

Vandaag heb ik twee mandala's op mijn weblog gezet. Het is een vorm van kunstzinnig werken die ik graag beoefen en die je dus regelmatig (ook gisteren al) zult zien verschijnen.

Wat is een mandala?
Het woord mandala komt uit het Sanskriet en betekent: cirkel. Elk cirkelvormig voorwerp, ieder bord, ieder muntstuk heeft een middelpunt, maar het is slechts zelden aangeduid, zodat je het meteen kunt zien. Toch merken we het op, kunnen we het ons indenken en voorstellen. Hierdoor wordt de cirkel een belangrijk religieus symbool. Het centrum stelt God, de Ene, de Oorsprong, het Geheim, het Centrum van alle zichtbare natuurverschijnselen voor. Onze wereld speelt zich af op de omtrek, die gedefinieerd wordt door zijn afstand van de oorsprong. Ons leven krijgt innerlijk vorm door het middelpunt waarom het draait.


De
religieuze betekenis van de cirkel
De cirkel is het diepzinnigste symbool voor het geheim van het leven dat zich steeds tussen de uitersten heen en weer slingert: enerzijds volledige aandacht gericht op deze wereld van materie en vorm en anderzijds de weg van meditatie en extase.
De mysticus Meester Eckhart maakte in feite een vergelijking met de cirkel als hij zegt: God is van binnen, wij zijn buiten. Om de levensenergie te concentreren gaf Benedictus als leefregel aan zijn volgelingen mee: Bid en werk.
Het innerlijk doel van ons leven is onze bron te vinden. Niet dat we dat ooit zullen bereiken en kunnen bezitten, maar de vorm van ons leven doet het middelpunt vermoeden. Zo niet, dan verliest het leven zijn vorm. Dan lig je met je zelf overhoop, ben je verscheurd, vol stress en van jezelf vervreemd.

Mandala maken = schilderen in stilte.
Bij het vormgeven en inkleuren van een mandala hoort stilte, die zich in zekere zin ook vanzelf manifesteert. De stilte helpt de weg naar binnen te vinden. Het zoeken naar de bron, waartoe een mandala uitnodigt, is het zoeken naar het oorspronkelijke thuis, de heelheid, de verzoening van de tegenstellingen, het opheffen van de tegenpolen.
Voor het maken van een mandala zijn geen regels. Je kunt van buiten naar binnen, maar ook van binnen naar buiten gaan, met de klok mee je weg aftasten of er juist tegen in, zomaar op verscheidene plekken tegelijk beginnen er zijn vele toegangen en manieren om het mysterie van cirkel en middelpunt te beleven. Het is ook niet verplicht om alle vlakken in te kleuren.
Omdat een mandala al volledig is, verlangt hij geen volmaaktheid. Hij heeft geen perfectie nodig, ook al zal de confrontatie met je eigen gevoel voor volmaaktheid zeker een ervaring zijn tijdens het bezig zijn. Zelfs een gedeeltelijk ingekleurde onafgemaakte mandala heeft geldigheid.
Zo kan iedereen met een mandala aan de slag. Wie inkleurt, gaat op weg. Hij of zij gaat iedere afzonderlijke lijn van tekening na, verdiept zich, trekt zich terug binnen de grenzen van de afbeelding en stelt zich meteen open voor datgene wat hij daar aantreft.


Iets over mijn fascinatie in het maken van mandala
In mijn opleiding voor psychosynthese en kunstzinnige therapie kwam ik in aanraking met meditatie. Ik ben niet iemand die zich makkelijk van binnen stil legt en ontspant. Toch bleef de stilte mij boeien en ik voelde dat ik het broodnodig had en zou hebben in mijn verdere leven. Ik zocht hierin een eigen weg en kwam al lezende de het mandalatekenen op het spoor. Het moment kwam dat ik gewoon begon en voelde dat het een bezinningsvorm was die bij mij paste.
Vaak weet ik van tevoren niet hoe ik de mandala ga vormgeven. Ik ga op weg. Al werkend krijg ik contact met dat wat er diep binnen in mij leeft. Soms komt dat boven in de woorden van een lied of regels uit een gedicht, maar soms ook pas achteraf als de mandala aan de muur hangt om naar te kijken. Mandala tekenen geeft rust en brengt mij bij mijn diepste zelf. Daardoor ervaar ik een heilzame werking. Vanuit mijn diepste zelf kan ik mij dan weer openstellen en verbinden met wat zich op mijn levensweg voor doet. Anders gezegd met woorden van Alfred C. Bronswijk: Als je stil bent
krijg je oog

voor wat onzichtbaar is,
kom je in de benen

voor wat straks zal zijn
en er nu al is:
land van verlangen,

wereld van Gods vrede.

09 februari 2006

Er zij licht
Het licht is rond en rolt naar alle kanten
de bergen op en af, de dalen door,
de wezens in en uit en langs de planten
stijgt het de bomen in en gaat het alles voor.
Waarheen? Ik vraag dat niet, ik kom, ik ga
omdat mijn handen en mijn voeten,
mijn ogen en mijn hart zo moeten
en ik het licht nu eenmaal zo versta.
(Pierre Kemp)
Geborgenheid aan het kind in mij
Het hulsje
Openheid
Er is een weg te gaan
De volheid uitzingen
Een nieuw begin na woede en pijn
Mijn eigen weg

Van september 1994 tot juni 1997 volgde ik in Amersfoort de Lichtpuntopleiding, een opleiding voor persoonlijke bege­leiding op basis van psychosynthese en kunstzinnige therapie. Hier kwam ik in aanraking met het werken met kunstzinnige middelen en leerde ik de taal verstaan die het scheppend beeld in zich droeg. Het schilderen van een mandala en de gedachten achter de mandala raakte mij en heeft mij nooit meer losgelaten. Na de driejarige oplei­ding ben ik blijven verder werken met kunstzinnige middelen. Menig keer heeft het mij door een proces heen geholpen. De laatste jaren ben ik gaan ontdekken hoe het kunstzinnig bezig zijn voor mij een weg is in de zoektocht naar de Eeuwige en mijn diepste zijn.

Scheppende kracht
In het afgelopen jaar waarin ik de gelegenheid had om wat meer met kunstzinnige middelen bezig te zijn, heb ik ook na kunnen denken wat er gebeurt op deze weg.
Als hoofdzaak zie ik dat ik doe wat nood-zakelijk is. Van jongs af aan zijn zielentoestanden die bij mij moeite veroorzaken, mij niet vreemd. Ik leerde dat er ontspanning kwam als ik iets ging doen. Die ontspan­ning werd groter als de activiteit werd uitgevoerd met mijn handen en ik er plezier in had. Zo begon ik al jong met dagboek schrijven, maar ook muziek maken, zingen en handwerken. Ik ontdekte dat tekenen ook op deze weg lag. Maar op school moest je veelal iets natekenen en het vrije werk moest ook altijd beantwoorden aan de realiteit. Ik vond het heerlijk om een nieuwe techniek uit te proberen. Het werken ging dan om de techniek en niet om wat het voorstelde. Nu ik daarop terugkijk, gaf dit mij ruimte aan mijn hart om zich uit te drukken en mijzelf te kunnen opzoeken. Creativiteit had ik nodig.
In de opleiding aan het Lichtpunt leerde ik dat het niet creativiteit was, maar kunstzinnigheid. Kunst is het scheppen van binnen uit, het naar buiten brengen van wat er diep binnen in je leeft. Het vraagt om openheid om de zin er uit te verstaan. Kunstzinnig werken is voor mij van levensbelang. Het is als van de nood een deugd maken. Mijn kunst is een weg, een weg door mijn weg en een uitweg uit uitzicht­loosheid. Al scheppend ben ik voortdurend aan het zoeken en vin­den. Ik vind uitdrukking voor wat me drukt. Ik krijg inzicht in wat mij aankijkt. Ik vind een spiegelbeeld van de werkelijkheid die mij van binnen vervult. Zo is kunst een uitdrukking van je wezen, het delen van wezenlijke dingen. Het gaat niet om mooie beelden. Het gaat erom dat je gegrepen wordt door de zin die in de uitdrukking de weg zoekt. Slechts stukjes weg, nooit alles. Het zijn steeds allemaal nieuwe inzichten, nieuwe vormen en gestalten. Elke poging is een hernieuwde zoektocht en op de één of andere manier een hernieuwd vinden.

Innerlijke weg

De werkplaats van de ziel.
Zo is kunstzinnig werken voor mij een innerlijke weg geworden waarin het gaat om het toevertrouwen aan de be­wegingen die het scheppingsproces zelf aan het licht brengt. Er is geen enkel taboe­onderwerp, alles kan en mag in het scheppingswerk zijn plaats hebben en krijgen. Daardoor gaat er vaak eerst een proces van zuivering, opruiming of verdieping van de werkelijkheid aan vooraf, voordat het werk zijn voltooiing nadert. Gaandeweg ontstaat mijn kunstzinnig werken. De eenzaamheid is de werkplaats. In de kern van mijn we­zen ligt het weten en vandaar uit ontvang ik leiding. Van mij wordt gevraagd gehoor­zaam te volgen. Je intuïtie volgen roept nieuwe intuïtie op. Meegaan in die zachte bewegingen maakt dat ik beweeglijker kom te staan tegenover het leven. Verbinding te hebben met de kern van mijn wezen vraagt om stilte. Te veel in de buitenwereld rondkijken kan mij afhouden van mijn innerlijke vragen en antwoorden. Studeren, le­zen, luisteren, kijken is belangrijk. Maar niet alles. Telkens weer voel ik het als een uitdaging om op een geheel eigen manier met de dingen om te gaan en op de dingen af te gaan. Daarbij komen soms hoge golven. Maar het afstemmen op mijn diepste wezen is geen weg van zekerheid en onkwetsbaarheid. Door de stormen heen, kan ik groeien.
Die stor­men ondergaan zonder wanhopen, mijn vorming te doorleven is een opgave en vraagt om overgave. Mijn omgang met mijn materiaal is een handeling vanuit mijn diepste wezen. Met andere woorden: al rijpend aan het werk, rijp ik zelf. In de werkplaats al werkend met het materiaal, vindt het gesprek plaats met de ziel. Deze probeert zich uit te drukken in woorden, klanken, vormen en kleuren.
Ik ben eenzaam bij mijzelf of anders gezegd: in mijzelf is een welwillendheid aanwezig om de energiestroom van het kunstzinnig bezig zijn te volgen. Het is een passief ac­tief volgen. Ik merk dat als ik met andere zaken bezig ben, dat het scheppingsproces in mij blokkeert. Ik sta er voor mijzelf en dat wat mij bezig houdt te vergeten. Het alleen-zijn verandert dan in helemaal één-zijn. Het kunstzinnige proces is dus niet maakbaar. Het verloopt in het vinden en aan het licht komen. Ook al gaat dit niet zonder felle strijd en discussie met jezelf. ‘De eenzaamheid is als diep oer­water waaruit dingen groeien en vruchtbaar zijn. Eenzaam­heid is een vorm van onbe­schermde en ongestoorde naaktheid’.